
mr. I.C.M. Janssen
De Advocaat-Generaal Wattel vindt in zijn advies
van 20 maart 2019 van wel!!
Casus
Een bewoonster in Amsterdam moet het dakterras van de gemeente verwijderen, omdat zij hiervoor geen vergunning heeft. Volgens de bewoonster hebben de bouwinspecteur en andere ambtenaren van de gemeente echter toegezegd dat zij voor de aanleg van het dakterras geen vergunning nodig had. Ook heeft de gemeente volgens haar beloofd niet tegen het dakterras te zullen optreden.
De bewoonster heeft de zaak voorgelegd aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij beroept zich in deze zaak op het zogenaamde vertrouwensbeginsel. De Afdeling heeft een advies over het vertrouwensbeginsel gevraagd aan Advocaat-Generaal Wattel.
Advies
In zijn advies geeft Wattel eerst aan dat een beroep op het vertrouwensbeginsel altijd wordt beoordeeld langs de volgende meetlat:
- Is er een concrete ondubbelzinnige toezegging gedaan;
- Is deze gedaan door het bestuursorgaan zelf of kan de schijn van bevoegdheid aan het bestuursorgaan worden toegerekend;
- Een afweging van het belang van degene die zich beroept op het vertrouwensbeginsel, het algemeen belang en het belang van een eventuele derde.
Op basis van onderzoek van 120 uitspraken in de afgelopen 12 jaar concludeert Wattel dat een beroep op het vertrouwensbeginsel bijna in alle gevallen al bij stap 1 of 2 struikelt. Slechts in 5 zaken slaagde een beroep op het vertrouwensbeginsel. Waarom? Simpelweg omdat burgers er niet in slaagden te bewijzen dat er een toezegging was gedaan (mondelinge toezeggingen) maar vooral omdat degene die de toezegging had gedaan onbevoegd was (ambtenaar). Dit vindt Wattel niet terecht. Volgens hem moet de rechter minder zwaar aan de stappen 1 en 2 tillen en eerder een toezegging aannemen. Wattel vindt dat een belangenafweging (stap 3) dan moet uitmaken of de toezegging kan worden gehonoreerd. Daarbij moet het uitgangspunt zijn dat de toezegging door de overheid wordt nagekomen.
De conclusie van Wattel is heel vernieuwend want als de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State deze lijn van Wattel volgt, zal in de toekomst eerder een toezegging kunnen worden aangenomen. De vraag of een toezegging wordt gehonoreerd, hangt daarna af van een belangenafweging. Toegepast op het Amsterdamse dakterras zou het beroep van de bewoonster op het vertrouwensbeginsel onder de oude rechtspraak niet slagen. Wattel beargumenteert op basis van afweging van alle belangen dat dit beroep in haar situatie wel moet slagen. Het is dus niet gezegd dat een gemeente altijd aan de toezegging gebonden is. Een belangenafweging kan hieraan in de weg staan. Het gevolg is wel dat een gemeente nu ook eerder schade zal moeten vergoeden of andere maatwerkoplossingen moet aanreiken.
Het effect van de nieuwe lijn kan zijn dat ambtenaren tijdens het contact met de burger beter aangeven dat zij niet bevoegd zijn om toezeggingen te doen. Of voorzichtig worden in het doen van voorstellen en het meedenken in oplossingen. Dit lijkt in strijd te zijn met de nieuwe Omgevingswet die eraan zit te komen. Daarin staat juist het meedenken met de burger centraal.
Uitspraak Afdeling bestuursrecht van de Raad van State
Ik kijk met belangstelling uit naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en ben benieuwd of het advies van Wattel wordt opgevolgd. Ik houd u op de hoogte.
Ingrid Janssen
De Conclusie van de Advocaat-Generaal is op 20 maart 2019 verschenen. Wilt u deze eens nalezen? Klik dan hier.