Door: mr. Ingrid Janssen

Een bouwproject loopt vaak anders dan vooraf werd gedacht of was voorzien. In afwijking van hetgeen partijen zijn overeengekomen moet er door de aannemer bijvoorbeeld meer werk worden verricht. Denk daarbij aan het metselen van een schoorsteen of het toepassen van andere materialen. Dit meer werk is in de praktijk nogal eens onderwerp van discussie. Reden waarom wij in deze ARPA Bouwkennis aandacht besteden aan het wettelijke kader omtrent meer werk.

Het Burgerlijk Wetboek wijdt slechts één artikel aan meer werk. Dit artikel bepaalt kort weg dat de aannemer slechts een verhoging van de prijs voor de door de opdrachtgever verlangde toevoegingen of veranderingen kan vorderen, wanneer hij de opdrachtgever tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging. Dit betekent dat er op de aannemer een waarschuwingsplicht rust. De aannemer moet de opdrachtgever er steeds op wijzen dat uitvoeren van de gewenste toevoegingen of veranderingen gepaard gaat met een verhoging van de prijs. Slechts wanneer de opdrachtgever de noodzaak van de prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen, behoeft de aannemer niet te waarschuwen you can check here. Hierbij speelt de mate van deskundigheid van de opdrachtgever een belangrijke rol. Dit artikel is van dwingend recht, hetgeen betekent dat partijen er niet ten nadele van de opdrachtgever van mogen afwijken.

Hoewel de wet niet eist dat het meer werk expliciet schriftelijk wordt overeengekomen, is het vastleggen van deze extra werkzaamheden wel aan te bevelen. In de praktijk zien wij hieromtrent regelmatig bewijstechnische problemen. De aannemer zal zonder schriftelijke overeenkomst namelijk moeten aantonen dat hij de opdrachtgever heeft gewaarschuwd voor de prijsverhoging van de aanvullende opdracht. Zonder vastlegging van die waarschuwing kan het bewijs zelden volledig worden geleverd.

In de bouw wordt regelmatig gewerkt op basis van de UAV 1989 (Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken) of de AVA 1992 (algemene voorwaarden voor aannemingen in het bouwbedrijf). De hierin opgenomen specifieke bepalingen gaan voor op de regeling in het Burgerlijk Wetboek, maar ontslaan u niet van uw verplichting om te waarschuwen. In de volgende ARPA Bouwkennis zal daarom aandacht aan deze specifieke regelingen worden besteed.