Door: mr. Ingrid Janssen
In de ARPA Bouwkennis van februari jl. berichtten wij u reeds over de eerste ontwikkelingen omtrent het vergunningvrij bouwen onder de Wabo. De on- en mogelijkheden van het vergunningvrij bouwen worden met name in de jurisprudentie uitgekristalliseerd. Reden waarom wij ook nu weer een uitspraak van de voorzieningenrechter te ‘s-Hertogenbosch onder uw aandacht brengen.
Het vergunningvrij bouwen is opgedeeld in verschillende categorieën. In een van de categorieën wordt de eis gesteld dat het bouwwerk is gesitueerd op een afstand van niet meer dan 2,5 meter van het oorspronkelijke hoofdgebouw. In de zaak die voorlag bij de voorzieningenrechter te ’s- Hertogenbosch kwamen de buren op tegen een garage die op niet meer dan 2,5 meter van een nog op te richten woning zou worden gebouwd. Het oorspronkelijke hoofdgebouw diende dus nog te worden opgericht. Vraag was of dit een belemmering opleverde.
Dat de woning zelf nog niet was opgericht, doet volgens de voorzieningenrechter niet af aan het feit dat de woning moet worden aangemerkt als oorspronkelijk hoofdgebouw. Dit betekende dat de garage als vergunningvrij kon worden aangemerkt. De buren hadden daardoor geen procesbelang meer en konden zodoende niet met succes opkomen tegen de bouw van de garage.
Hoewel het hier gaat om een uitspraak van een voorzieningenrechter van de rechtbank, verwachten wij dat deze uitspraak ook in hoogste instantie in stand zal blijven. Uit de toelichting van het Bor (Besluit Omgevingsrecht) blijkt namelijk dat een bijbehorend bouwwerk mag worden gebouwd direct na, gelijktijdig met of in hetzelfde bouwproces zelfs kort voor oprichting van het hoofdgebouw. Dit betekent dat vergunningvrije bouwwerken dus ook vóór of tijdens het bouwproces van het hoofdgebouw kunnen worden gerealiseerd.
De volledige uitspraak is te raadplegen op www.rechtspraak.nl onder LJN BP 5782.