Door: mr. Ingrid Janssen
De rechter spreekt zich met regelmaat uit over de vraag of er sprake is van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen nodig is. Omdat in de Wabo (maar ook voorheen in de Woningwet) geen definitie is opgenomen van het begrip “bouwwerk”, is niet altijd duidelijk wanneer een vergunning vereist is. In de rechtspraak wordt steeds aangesloten bij de definitie van “bouwwerk” in de modelbouwverordening van de VNG. Deze luidt:
“Elke constructie van enige omvang, van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.”
In een recente zaak ging het om een reclame-uiting op de gevel van een gebouw, bestaande uit buizenframes met een dikte van 60 mm. In het frame is een zeildoek gespannen van 18 bij 3,65 meter. De buizenframes zijn door middel van houders en beugels met schroeven aan de gevel bevestigd. Een bouwwerk of toch niet?
Ja, volgens de rechter is door de houders en de beugels met schroeven sprake van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen noodzakelijk is. Dat het frame en spandoek makkelijk te verwijderen is, doet hier niets aan af. Het gaat er volgens de rechter om dat de raamwerken bedoeld zijn om gedurende een langere periode ter plaatse te functioneren.
NB: Ook tenten die met regelmaat op een bepaalde plaats functioneren zijn omgevingsvergunningplichtig. Denk daarbij aan: een tent die jaarlijks gedurende drie maanden wordt geplaatst voor het aflammeren van schapen of een jaarlijks tijdens het kampeerseizoen terugkerende overkapping/partytent bij een stacaravan met zodanige staanders dat er geluidsboxen aan zijn bevestigd.