Het retentierecht is in deze economisch zware tijden in de bouw een veel gebruikt middel om betaling te krijgen. Het retentierecht geeft de aannemer namelijk de mogelijkheid om het bouwproject waaraan hij werkt onder zich te houden totdat betaling van zijn facturen plaatsvindt. Doordat de eigenaar daardoor de macht over zijn bouwproject verliest, heeft de aannemer een groot drukmiddel in handen.
Mag echter iedere aannemer die aan het bouwproject werkt zomaar het bouwwerk onder zich houden?
Het antwoord daarop is nee. Voor het succesvol kunnen vestigen van het retentierecht moet aan een aantal vereisten worden voldaan. Één van die vereisten, is dat de aannemer de feitelijke macht over het project moet kunnen uitoefenen.
Wanneer een aannemer beschikt over de feitelijk macht kan niet in een definitie worden verwoord. Per situatie dient te worden beoordeeld of de aannemer de vereiste macht heeft als ware hij zelf eigenaar. De rechtspraak heeft met tal van uitspraken concreet invulling gegeven aan het criterium van de feitelijke macht. In een recente uitspraak van de rechtbank Overijssel d.d. 5 juli 2013 oordeelde de voorzieningenrechter dat de door de aannemer geplaatste hekken en borden met daarop de tekst ‘hier oefent aannemer X haar retentierecht uit’ onvoldoende waren.
De aannemer had het bewuste project reeds enkele dagen opgeleverd en had op het terrein slechts nog wat afval achtergelaten. Doordat het terrein door de aannemer al was verlaten, kon geen feitelijke macht worden aangenomen.
Staat u voor de oplevering van een project, maar dient u nog betaling te krijgen? Lever dan wel op, maar stel het project nog niet ter beschikking. U houdt op deze manier de feitelijke macht én het recht om door middel van het retentierecht druk uit te oefenen indien daadwerkelijk geen betaling van uw facturen volgt.