Door: mr. Ingrid Janssen
Volgens artikel 3:11 van de Awb moet een gemeente een ontwerpbestemmingsplan met alle daarop betrekkende stukken, die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, ter inzage leggen.
Dit artikel stond onlangs centraal in een uitspraak van de Afdeling. In die kwestie heeft de gemeente Best ná de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan een “onderzoek vleermuizen en vogels” laten verrichten. Dit onderzoek is een aanvulling op het rapport “Quickscan flora en fauna” dat eerder was verricht en wel bij het ontwerpplan was gepubliceerd. Het aanvullende onderzoek heeft de gemeente echter niet (meer) gepubliceerd voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Een burger stelt dat de gemeente hiermee in strijd met de wet heeft gehandeld.
Volgens de Afdeling hoeft een dergelijk aanvullend onderzoek niet alsnog voor de vaststelling van het bestemmingplan ter inzage te worden gelegd. Dit betekent dat een burger zich daarover vóór de vaststelling van het bestemmingsplan niet meer kan uitlaten.
MAAR, let op:
De uitkomst van de procedure was zeker anders geweest als ook de “Quickscan flora en fauna” niet bij het ontwerp bestemmingspan ter inzage was gelegd. Volgens vaste rechtspraak handelt de gemeente dan zonder meer in strijd met de wet. Voor de vaststelling van het bestemmingsplan is dat namelijk fataal.