Door: mr. Ingrid Janssen
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 19 januari 2011 uitspraak gedaan in een zaak waarin zij voor de eerste keer het zogenoemde relativiteitsvereiste uit de Crisis- en herstelwet heeft toegepast. In deze wet is bepaald dat de bestuursrechter een overheidsbesluit niet mag vernietigen vanwege strijd met een rechtsregel, als die rechtsregel ‘kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept’.
De Raad van State overweegt in de uitspraak dat de wetgever met het relativiteitsvereiste de eis heeft willen stellen dat er een verband moet bestaan tussen een beroepsgrond en de reden om bij de bestuursrechter in beroep te komen tegen een besluit. Dat verband bestaat niet als de belanghebbende zich op een rechtsregel beroept die onmiskenbaar niet is geschreven ter bescherming van zijn belang. In dat geval mag de bestuursrechter het besluit niet vernietigen, ondanks het feit dat het inroepen van die rechtsregel op zichzelf succesvol had kunnen zijn.
Het relativiteitsvereiste geldt op dit moment alleen in zaken waarop de Crisis- en herstelwet van toepassing is.
Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.
Bron:Β www.rechtspraak.nl, Centrale redactie rechtspraak.nl